Er was een baby in het restaurant. Ik koerste af op mijn stoel, tot ik besefte dat de eenjarige dan midden in mijn zicht zat. We waren uit eten. Ik wilde even niet.
‘Zullen we ruilen?’ vroeg ik mijn partner. Hij keek me een moment aan. Knikte.
We ruilden.
Ik liep om de tafel heen, schoof mijn stoel naar achter en wilde gaan zitten.
Toen zei mijn partner: ‘Kijk. Hij heeft je al opgemerkt.’
Ik draaide me om en keek recht in een paar grote blauwe ogen.
De baby lachte. Ik lachte verlegen terug.